:15:03
Waar is ze?
:15:05
Ik zweer het bij de goden, ik snijd
je haar af als je het niet zegt.
:15:13
Ze is vertrokken.
:15:15
Met de Trojanen.
:15:18
Deze visser zag haar aan boord gaan.
:15:22
De Trojanen?
:15:26
Met de jonge prins Paris...
:15:29
Maak mijn schip klaar.
:15:33
Omdraaien, terug naar Sparta.
:15:37
Wacht.
- Dwaas.
:15:39
Besef je wat je gedaan hebt?
:15:41
Weet je hoeveel jaar onze vader
aan de vrede gewerkt heeft?
:15:45
Ik hou van haar.
:15:48
Voor jou is het een spelletje, niet?
:15:50
Je trekt van stad naar stad, slaapt met
koopmansvrouwen en tempelslavinnen...
:15:54
en denkt dat je weet wat liefde is.
:15:56
En de liefde van je vader dan? Je spuugde
op hem toen je haar aan boord bracht.
:16:01
En je vaderlandsliefde?
Laat je Troje branden voor deze vrouw?
:16:08
Ik sta niet toe dat er oorlog komt
vanwege haar.
:16:10
Mag ik wat zeggen?
:16:13
Je hebt gelijk. Ik heb je onrecht gedaan.
En onze vader.
:16:17
Als je Helena terug naar Sparta
wilt brengen, ga je gang.
:16:21
Maar dan ga ik met haar mee.
:16:24
De Spartanen zullen je doden.
- Dan zal ik al strijdend sterven.
:16:28
Dat klinkt heldhaftig, nietwaar?
:16:30
Al strijdend sterven.
Vertel eens, broertje.
:16:33
Heb je al eens iemand gedood?
- Nee.
:16:35
Heb je al een strijder zien sterven?
- Nee.
:16:37
Ik heb mannen gedood.
:16:40
En ik heb ze horen en zien sterven
en daar is niets glorieus aan.
:16:43
Niets poëtisch.
:16:45
Je zegt dat je wilt sterven voor de liefde,
maar je weet niets van sterven...
:16:48
en je weet niets van de liefde.
:16:50
Maakt niet uit, ik ga met haar mee.
:16:54
Ik zal je niet vragen
om mijn oorlog te strijden.
:16:59
Dat heb je al gedaan.