:12:04
Helena. Wat doe je?
- Laat me los.
:12:07
Nee.
:12:15
Ik zag ze branden.
:12:19
Ik zag ze branden op de pieren.
:12:24
Het is mijn schuld.
:12:26
Echt. Je weet dat het zo is.
:12:31
Al die weduwen,
:12:34
ik hoor ze nog gillen.
:12:37
Hun echtgenoten stierven
omdat ik hier ben.
:12:41
Ik ga naar de schepen.
- Nee.
:12:46
Ik lever mezelf uit aan MenelaĆ¼s.
- Daar is het te laat voor.
:12:50
Denk je dat Agamemnon geeft
om het huwelijk van zijn broer?
:12:53
Dit gaat om macht, niet om liefde.
:12:55
Paris gaat morgenochtend vechten.
:12:59
Ja.
- MenelaĆ¼s zal hem doden.
:13:02
Dat laat ik niet gebeuren.
:13:04
Het is zijn beslissing.
- Nee.
:13:06
Niemand mag voor mij vechten.
:13:10
Ik ben de koningin van Sparta niet meer.
:13:15
Je bent prinses van Troje nu.
:13:18
En mijn broer heeft je vannacht nodig.
:13:47
Heer.
:13:53
Het leger rukt op.
:13:56
Laat ze maar, wij blijven.
- Maar de manschappen zijn klaar.
:13:59
We blijven tot Agamemnon
om Achilles' terugkeer smeekt.