:25:01
Ze zijn echt mooi.
- Ik wil je vijf pakjes Players geven.
:25:05
Graag of niet.
- Het kost veel meer, Ron.
:25:08
Praat ik soms in een vreemde taal
:25:10
of is hij doofstom?
- Dat hoor ik wel.
:25:13
Maak er tien pakjes van.
:25:18
Ik geef er zes, zeven.
- Acht.
:25:20
Neem ze zaterdag mee.
:25:22
'Hoe is 't, schatje? Wil je dansen?'
Geef 'r een paar en voilà.
:25:25
Vooruit, acht dan.
- Deal.
:25:29
Ik geef twee pakjes thee voor een paar.
- Spannen jullie soms samen?
:25:38
Hallo, Lily.
:25:39
Die trappen betekenen mijn dood nog eens.
:25:41
Wist je soms dat ik thee had gezet?
:25:43
Ik heb net verse gezet.
:25:48
Hoe ging het vorige week?
- Net als anders.
:25:51
Ze was nerveus, hè?
- Ik heb haar kunnen kalmeren.
:25:56
Dat lukt jou altijd.
- Wil je een koekje?
:25:59
Daar zeg ik geen nee tegen. Dank je.
Ik heb er nog een voor je.
:26:04
Voor vrijdag toch?
- Is vrijdag goed?
:26:06
Ik heb vijf uur gezegd.
- Dat is goed.
:26:09
Wil je wat thee? Sardientjes?
- Voor deze week heb ik genoeg.
:26:14
Wat heb je voor zoetigheid?
- Alleen zuurtjes.
:26:18
Wil je er niet wat voor Ethel?
:26:21
Hoeveel kosten ze?
- Twee pence per zakje.
:26:23
Voor jou maar anderhalf.
- Akkoord.
:26:34
Kelp Street.
:26:35
Dat ken ik.
- Nora.
:26:37
Heeft al zeven kinderen.
- Redt ze dat?
:26:40
Zou jij dat kunnen?
- Ik heb alleen drie pence.
:26:42
Ik kan wisselen.
- Is de man er ook?
:26:45
Ik denk van wel. Volgens mij
heeft hij geen zelfbeheersing.
:26:50
Arme vrouw.
:26:51
Haar verdiende loon. Wil je
geen sardientjes voor je moeder?
:26:55
Die mag ze niet meer.
Daar krijgt ze maagzuur van.
:26:58
Hoe gaat het trouwens met haar?
- Je weet wel, ze wordt ouder.