:48:32
Kan ik u helpen?
- Dora?
:48:38
Ik ben het, Don.
Ken je me nog?
:48:46
Wat doe je hier?
:48:51
Ik heb deze bloemen meegenomen.
:48:59
Prachtig.
:49:03
Wil je binnenkomen?
:49:31
Wat brengt jou hier?
:49:35
Ik was toch in de buurt,
dus kwam ik even langs.
:49:39
Hoe heb je me gevonden?
- Met de computer. Je kunt er alles mee.