1:24:00
Dat geloof ik best.
1:24:16
Wat was er te doen in de Valley vanavond?
- IJshockey.
1:24:21
IJshockey?
- Ja, geweldig.
1:24:25
Als kind al wou ik een goalie worden.
1:24:29
Kom op zeg.
- Wat? Vind je dat grappig?
1:24:33
Ik denk dat jij een grapje maakt.
- Wat dan ook.
1:24:47
Is er nog iets grappig?
- Zeer zeker.
1:24:52
Wat dan?
- Mensen.
1:24:57
Mensen als ik?
- Nee, ik lach je niet uit.
1:25:04
Ik zie het. Lach buiten.
- Waarom ineens zo geïrriteerd?
1:25:08
Ik ben niet geïrriteerd.
Ik zet alleen de auto aan de kant.
1:25:14
Blijf rijden. Ik zei toch
dat ik je niet uitlach.
1:25:17
En ik zeg jou niet om uit te stappen.
1:25:20
Waarom doe je zo lullig. Rij door.
- Ik heb een beter idee. Stap uit.
1:25:25
Wacht, ik zal het je tonen.
- Je handen uit je zak.
1:25:27
Je handen waar ik ze kan zien.
- Tegen wie denk je te hebben?
1:25:30
Hou je handen waar ik ze kan zien.
- Wil je zien wat ik in mijn handen heb?
1:25:32
Ik zal het je laten zien.