:42:01
Het bed is al opgemaakt.
:42:03
Er liggen extra dekens in de kast.
:42:08
Is opa in de buurt?
:42:10
Nee.
:42:11
Howard is drie jaar
geleden overleden.
:42:17
Dus je belt me als
je iets nodig hebt.
:42:19
Ja.
:42:37
He, je had gezegd dat je
geen kinderen hebt.
:42:40
Ik zei dat ik geen kinderen heb.
:42:43
Ik had een dochter.
:42:46
Haar naar was Caroline.
Ze is overleden.
:42:49
Hoe was ze?
:42:52
Ze was..
:42:54
Ze was precies als haar.
:42:57
Zelfde ogen, dezelfde huid,
hetzelfde gezicht.
:43:00
Identiek dus.
:43:03
Maar ze had problemen
met haar gezondheid.
:43:06
Geestelijke problemen.
:43:09
Hoe is ze gestorven?
:43:16
Een auto ongeluk.
:43:21
Je stopt ermee, maar waarom?
:43:23
Ik ben gewoon niet blij bij die firma.
:43:25
Dus in plaats daarvan ga je
honden uitlaten?
:43:27
En boodschappen doen.
:43:30
Ik denk dat het leuk is.
:43:32
Gaat het wel goed met je?
:43:35
Je hebt geen...
:43:38
Wat?
:43:41
Je moet eens met iemand gaan praten.
:43:44
Ik betaal er voor.
Ik zal verder geen vragen stellen.
:43:47
Heb je soms een gevoel...
:43:49
Gek?
:43:51
Ik ben niet degene waar jij je
zorgen om hoeft te maken.
:43:55
Hoe gaat het met Maggie?
:43:58
Heb je haar nog niet gezien?
:43:59
Nee, ze is nog bij jou, toch?