:45:14
Kom vooruit.
:45:16
Het verheugt me om
Godfried's zoon te ontmoeten.
:45:19
Hij was één van mijn beste leraren.
:45:22
Hij was er toen bij een spel
mijn hand gesneden werd.
:45:26
Het was hij, en niet de artsen,
die merkte dat ik geen pijn voelde.
:45:32
Hij weende toen hij mijn vader
vertelde dat ik lepralijder ben.
:45:40
De Sarasins zeggen dat dit Gods wraak is
tegen de goddelijkheid van onze koning.
:45:47
De Arabieren geloven dat dit erger is
dan wat me in de hel te wachten staat.
:45:56
Als dat waar is,
vind ik dat niet eerlijk.
:46:01
Kom, ga zitten...
:46:12
Toen ik 16 was,
maakte ik een grote overwinning.
:46:16
Toen voelde ik mij alsof ik
meer als 100 jaar zou worden.
:46:20
Nu weet ik dat ik geen 30 wordt.
:46:24
Niemand kiest zelf zijn einde.
:46:30
Een koning kan een man bewegen,
een vader kan een zoon eisen.
:46:35
Maar onthoud dat degenen
die koning worden...
:46:39
of macht krijgen,
je ziel in leen wordt gegeven...
:46:45
als je voor God staat kun je niet zeggen
dat anderen je dingen hebben laten doen.
:46:54
Dat zal niet genoeg zijn, vergeet dat niet.
:46:58
Doe ik.