:28:00
En jij kunt een put bouwen
voor slechts honderd pond.
:28:05
Dat is fantastisch.
Bedankt.
:28:23
Het spijt me, maar ik ken jou niet.
:28:26
Dat is dan wederzijds.
:28:30
Is dit van jou?
:28:33
Mooi.
:28:37
Dicht bij een spoorweg.
:28:49
Wat zit daarin?
- Niets eigenlijk.
:29:00
Wat is dit?
- Een jurk. Ze was van mijn moeder.
:29:15
Wat zoek je?
:29:22
Geld.
:29:24
Ben je arm?
- Wat?
:29:27
Damian, antwoord.
Anthony voor Damian.
:29:30
Wat is dat?
- Mijn broer, ik moet weg.
:29:33
Wacht hier, ik ben zo terug.
Ik heb een hele massa.
:29:37
Een massa wat?
- Geld, wacht nou maar.
:29:45
Wie is dat?
:29:46
Een arme, en jij zei dat er geen waren.
:29:49
Ik weet het, maar wie is hij?
- Weet ik niet, zomaar iemand.
:29:53
Hoe bedoel je 'zomaar'?
Heeft hij je iets gedaan?
:29:58
Zoals wat?
- Laat maar.