1:27:00
Je moet één ding goed onthouden.
1:27:01
Er gebeuren genoeg goede dingen
om kracht uit te putten.
1:27:04
Je moet er gewoon in blijven geloven.
1:27:07
Als jij in mensen blijft geloven,
dan maakt dat hen sterker.
1:27:10
Jij gelooft genoeg
voor jullie drie samen.
1:27:18
Daarom reken ik ook op je.
1:27:22
Ik maakte me geen zorgen om jou.
Ik miste je gewoon heel erg.
1:27:29
Dat mag.
1:27:32
Ben je nu een heilige?
1:27:35
Daar worden hoge eisen aan gesteld.
1:27:40
Het is geen kwestie
van alleen maar goed doen.
1:27:43
Je moet echt een mirakel doen.
1:27:47
Natuurlijk ben ik er een.
- Wat was jouw mirakel dan?
1:27:53
Weet je dat dan niet?
1:27:57
Dat was jij.
1:28:13
Zeg je geen gedag?
1:28:24
Dag.