1:17:01
Ik zoog hun aders leeg...
1:17:03
... knabbelde op hun beenderen.
1:17:06
Nat en nog in leven.
1:17:08
Het warme bloed gutste
door mijn keel.
1:17:15
Probeer het,
je zal het lekker vinden.
1:17:18
Je weet niet wat ik lekker vind.
1:17:21
Nee ? Hoe smaakt haar bloed ?
1:17:24
Je vraagt het je af.
Je kan het niet helpen.
1:17:28
Als je haar ziet,
begint je bloed te koken.
1:17:32
Je mond wordt nat.
1:17:34
Je verwart die lust
toch niet met iets anders ?
1:17:37
Ik ben niet in de war.
1:17:39
Ik weet waarom ik hier ben.
1:17:45
Zeg eens, welk bloed
past bij het jouwe ?
1:17:49
Wie spreidde de benen van je ma
en maakte je zo sterk ?
1:17:54
Iemand die sterker is dan jij.
1:17:58
Dat betwijfel ik.
1:18:00
Je voelt je aangetrokken tot mij.
Je kan het niet helpen.
1:18:04
Ik wil jou in mij.
1:18:10
Jij hebt het nu in de hand.
1:18:13
Met nieuwe moorden
in het vooruitzicht...
1:18:16
... en mij zo dichtbij.
1:18:19
Ik hunker naar jou.
1:18:28
Brandt de honger in jou ?
1:18:32
Naar bloed, naar vlees ?
1:18:35
Vind je de geur van de moorden
van mijn zoon aangenaam ?
1:18:39
Vertel op, held...
1:18:41
... tot wiens wereld behoor je echt ?
1:18:43
De hunne of de mijne ?
1:18:45
Hier en nu gaat het tussen ons.
1:18:49
Ik zorg ervoor
dat je boet voor je zonden.
1:18:51
Durf je dat ?
1:18:53
Ken je mij wel ?
1:18:54
Ik ben oud, kind.
1:18:56
Ouder dan de zonde.
1:18:58
Neem je me hier in het donker ?
1:18:59
Branden je lendenen op
dit moment des doods voor mij ?