:09:00
Luister, kinderen.
:09:01
Wees maar niet boos op je vader.
:09:04
Want hij houdt zielsveel van jullie.
:09:08
Niet dichtdoen.
Misschien komt hij terug.
:09:10
Hij?
- Ja.
:09:12
Peter Pan. Ik heb namelijk
iets gevonden dat van hem is.
:09:18
Wat dan wel?
:09:20
Zijn schaduw.
:09:22
Schaduw?
- Nana had 'm...
:09:26
maar ik...
Ik heb hem afgepakt.
:09:32
Juist, ja.
:09:35
Welterusten, lieverd.
:09:39
Maar George, zijn ze wel veilig
zonder Nana?
:09:43
Natuurlijk. Waarom niet?
:09:45
Wendy had 't over een schaduw.
:09:48
Een schaduw? Van wie dan?
- Peter Pan.
:09:51
Peter Pan?
:09:54
Dat meen je niet.
:09:57
Goeie genade, wat moeten we doen?
:09:59
Sla alarm.
:10:01
Roep de politie.
:10:03
Er moet iemand geweest zijn.
:10:05
Wat een kinderachtige flauwekul.
:10:07
Peter Pan... het is fraai, hoor.
:10:09
Hoe kunnen de kinderen nu volwassen
worden met 'n moeder als jij?
:10:14
Geen wonder dat Wendy
van die rare dingen verzint.
:10:47
Daar, Tink.
In het hok.
:10:49
Is ie daar?
:10:54
Hij moet hier ergens zijn.