Peter Pan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:08:00
Waar is dat touw nu weer?
:08:04
Dank je.
:08:11
Toe, Nana.
Kijk me toch niet zo aan.

:08:14
Het ligt niet aan jou, maar...
:08:17
Je bent eigenlijk geen kindermeisje.
Je bent... tja, een hond.

:08:22
En de kinderen zijn geen puppy's,
maar mensen.

:08:26
En mensen moeten 'n keer
volwassen worden.

:08:29
Moeder, ik wil niet volwassen worden.
:08:32
Zit er nu maar niet meer over in.
:08:36
Hij noemde Peter Pan
klinkklare onzin.

:08:40
Dat meende hij vast niet.
:08:42
Vader was gewoon 'n beetje boos.
:08:45
Arme Nana.
:08:47
Helemaal alleen op straat.
:08:49
Huil nou maar niet. Het is
een zachte nacht. Ze redt zich wel.

:08:55
Moeder...
- Ja, lieverd?

:08:57
De schat.
:09:00
Luister, kinderen.
:09:01
Wees maar niet boos op je vader.
:09:04
Want hij houdt zielsveel van jullie.
:09:08
Niet dichtdoen.
Misschien komt hij terug.

:09:10
Hij?
- Ja.

:09:12
Peter Pan. Ik heb namelijk
iets gevonden dat van hem is.

:09:18
Wat dan wel?
:09:20
Zijn schaduw.
:09:22
Schaduw?
- Nana had 'm...

:09:26
maar ik...
Ik heb hem afgepakt.

:09:32
Juist, ja.
:09:35
Welterusten, lieverd.
:09:39
Maar George, zijn ze wel veilig
zonder Nana?

:09:43
Natuurlijk. Waarom niet?
:09:45
Wendy had 't over een schaduw.
:09:48
Een schaduw? Van wie dan?
- Peter Pan.

:09:51
Peter Pan?
:09:54
Dat meen je niet.
:09:57
Goeie genade, wat moeten we doen?
:09:59
Sla alarm.

vorige.
volgende.