:05:02
En dan moet je ook nog
voor de begrafenis betalen.
:05:06
Aardig, 'n arme drommel
'n fatsoenlijke begrafenis geven.
:05:10
Hier. Nu gebeurt er
iets heel goeds voor je.
:05:15
Misschien breek je je been wel.
:05:17
Jij stopt met bedelen, ik met smokkelen.
:05:20
Dan runnen we samen deze kroeg.
Een goudmijntje, Annie.
:05:24
Ik meen 't.
Laat je benen eens zien.
:05:31
- Kom maar op, sukkels.
- Ouwe bietser van me.
:05:35
- Een vijfje voor je appels.
- God zegene je, Dude.
:05:38
Annie, waarom denk ik toch altijd
dat je appels geluk brengen?
:05:45
Weet je waarom?
:05:48
Omdat de kleine mensjes je aardig vinden.
:05:52
- Welke mensjes?
- Je kunt ze niet zien.
:05:56
Ze leven in dromen.
:06:01
Vinden ze me aardig? Waarom?
:06:06
Omdat ze houden van kinderen,
bedelaars en dichters.
:06:11
Ben ik dan een dichter?
:06:13
Je wilt ergens in geloven.
:06:17
Nu is dat m'n appel.
:06:19
De kleine mensjes springen erin.
:06:24
Daarom brengt deze appel je geluk.
:06:29
Ouwe oplichtster.
Dit is 't enige waar je in gelooft.
:06:33
- Alsjeblieft, Annie.
- God zegene je, Dude.
:06:36
En moge hij je direct geluk brengen.
:06:40
Annie, van de gin afblijven, hoor.
:06:44
- Ik drink nooit.
- Tuurlijk.
:06:46
- Bent u Mr Mr Dave de Dude?
- Ja. Niet op m'n pak druipen.
:06:50
Dit is de zoete inval niet.
Dicht die deur. We hebben hier drank.
:06:54
Zoek je werk als dansmeisje?
We zijn dicht, dus probeer 't elders.
:06:59
- Op slot doen.
- Dit las ik in 'n krant in Maryland.