:52:05
Waarom koop je eten
dat we niet nodig hebben?
:52:08
Zeg, hoor eens.
:52:10
U bent zo vroom en zo,
maar u kunt niet eens iets aannemen
:52:15
zonder de gever te kleineren.
Begrijpt u dat?
:52:19
Arme man. Hij is gekwetst.
:52:22
U hoeft me niet uitvoerig te bedanken,
maar kleineer me niet.
:52:26
Ik heb alle geduld van de wereld.
:52:30
Waarom werk je aan die weg,
als je de kapel moet bouwen?
:52:34
Waar zijn de stenen?
:52:37
Die komen wel, maar niet meteen.
Je kunt nog wel andere dingen doen.
:52:44
Harken, bomen planten.
:52:46
U houdt zich niet aan ons contract.
:52:50
Omdat ik op mensen vertrouwde
in plaats van op God.
:52:54
Laat maar.
Het was toch een onzichtbaar contract.
:52:58
- Ik geloof u niet meer.
- Wie ben jij om dat te zeggen?
:53:02
Lemand op doorreis,
die "die kant" opgaat?
:53:06
Ik heb 13.000 kilometer gereisd
om hier te komen.
:53:11
Jij jammert over een paar stenen
die niet op tijd komen.
:53:15
Weet je wel wat wij hebben doorgemaakt
om hier te komen?
:53:19
Die kapel komt er zonder jou ook wel.
:53:23
Hij zal worden gebouwd.
:53:26
Veel succes, en de groeten.
:53:31
U denkt zeker
dat uw habijt een politie-uniform is.
:53:35
Dat u de dienst kunt uitmaken
en de baas kunt spelen.
:53:39
U klinkt als iemand in zo'n oude
oorlogsfilm. Als een echte Hitler.
:53:48
Zoek maar een ander hulpje.