:12:04
Henry.
- John.
:12:06
Moet je je nicht vandaag niet ophalen?
:12:07
Ja, maar eerst ga ik
wat paarden terughalen.
:12:10
Problemen?
- Paardendieven.
:12:13
Heeft u hulp nodig, Mr Chisum?
- William.
:12:16
Tot straks, Henry.
:12:28
Mr Tunstall,
ik weet dat u niet in wapens gelooft...
:12:32
maar ik denk dat Mr Chisum
het zijne straks nodig zal hebben.
:12:35
Nou...
- Nou wat?
:12:40
Hij zei geen nee.
:13:01
Hoe gaan we dit doen?
- Ik ga naar beneden.
:13:04
Geef me dekking met jullie geweren.
:13:08
Ik zei...
- Ik heb je gehoord, Mr Chisum...
:13:11
maar ik luister niet.
:13:19
Welkom, vriend.
:13:21
Ik heet Chisum. Dat zijn mijn paarden.
:13:26
Dat is vast een vergissing.
- Van jouw kant.
:13:31
Nee, Chisum. Van jouw kant.
:13:35
Je hebt niet genoeg mannen bij je.
:13:38
We moesten Mr Chisum van hieruit
dekking geven met onze geweren.
:13:41
Ik kan niet met een geweer overweg.
:13:46
Maar ik heb een idee.
:13:48
We moeten nog een eind reizen
en dat is lastig met paarden.
:13:52
Ik wil je deze paarden best verkopen.
:13:56
Heb je goud bij je?