:16:02
Mr. Twain heeft me gevraagd
het u naar de zin te maken.
:16:05
U zult hem na het diner ontmoeten.
- Na het diner ?
:16:09
Eet gastheer niet met gasten ?
- Mr. Twain eet liever buiten de deur.
:16:28
Wacht. Wat dat ?
- Dat ? O, dat is de kat maar.
:16:35
Dat kat ? Geeft u kat hondenvoer ?
:16:40
Het is nogal een valse kat.
:16:42
Mr. Twain heeft hem laten helpen,
en dat wilde hij niet.
:16:49
Groot huis, hé pa ?
- Groot huis als dikke vrouw.
:16:54
Je hebt de ruimte.
:16:56
Dit is uw kamer. Ik weet zeker
dat hij u zal bevallen.
:17:00
Het is een koud huis.
- Ook daaraan is gedacht.
:17:03
Er brandt een lekker vuurtje
in uw kamer.
:17:24
Het rookt een beetje.
Die haard is in geen jaren gebruikt.
:17:30
Het bed is tenminste warm
- Belt u maar als u iets wenst.
:17:34
Waar bel ?
- Achter het bed. Daar.
:17:39
Het diner is om 2100 uur. Mr. Twain
verzoekt om gepaste kleding.
:17:46
De bel. Excuseer.
:17:51
Wat een engerd, zeg.
Wie neemt er nu een blinde butler ?
:17:56
Is wel goedkoop. Hoe weet butler
of salaris klopt ?