:19:00
Niet op letten, dat is de kat maar.
:19:07
De bagage ligt nog achterin.
- Die pak ik wel.
:19:10
Als ik uw auto wegzet.
:19:15
Zag ik de auto van Mr. Wang staan ?
- Ja, ze rusten wat uit in hun kamer.
:19:20
U slaapt in dezelfde gang
als Mr. Wang.
:19:23
Dat is leuk.
We slapen in Wangs gang.
:19:34
We ontvangen weinig mensen.
Het is fijn om weer gasten te horen.
:19:40
Bedankt... Hoe heet u ?
Bedankt, Benson.
:19:42
Nee, de naam is Bensonmum.
- Bensonmum ?
:19:47
Ja. Jamessir Bensonmum.
:19:49
Jamessir ?
- Juist.
:19:51
Jamessir Bensonmum ?
- Juist.
:19:53
Vreemd.
- De naam van m'n vader.
:19:56
Hoe heette die dan ?
- Howard Bensonmum.
:19:59
Howard Bensonmum ?
- Zo lijkt het me wel genoeg.
:20:02
We zijn er. De kamer van wijlen
Mrs. Twain. Hier is ze gestorven.
:20:09
Waaraan ?
- Zichzelf vermoord in haar slaap.
:20:13
Zelfmoord, bedoelt u ?
- Nee, het was echt een moord.
:20:17
Mrs. Twain had een hekel aan zichzelf.
Deze kamer zit altijd op slot.
:20:22
Waarom dat ?
- Mr. Twain hield veel van haar.
:20:26
De kamer is nog net zo
als toen ze zichzelf wurgde.
:20:30
Negen jaar geleden.
:20:41
Mevrouw was hier graag. Ze vond het
de vrolijkste kamer van het huis.
:20:51
Aha, de bel.
- Dat was Mrs. Charleston.
:20:54
Die was toch hier ?
- Ben ik ook.
:20:56
En ik slaap niet in deze muffe kamer.
- Ik zal er iets aan doen, mevrouw.