:45:00
En jullie zien hem allemaal.
:45:03
Nee, niet elkaar aankijken.
Kijk naar mij, ik ben nummer een.
:45:09
U lijkt me nummer twee,
als u begrijpt wat ik bedoel.
:45:12
Wat bedoelt hij daarmee ?
- Dat vertel ik nog wel. Walgelijk.
:45:17
In al uw avonturen,
mijne heren en dames...
:45:20
heeft u nog nooit een moord
niet opgelost.
:45:23
En daaraan hebt u
uw reputatie te danken.
:45:29
Hoe zou men reageren als de vijf
beste detectives ter wereld...
:45:33
een weekend vastzaten in een huis,
ver van de bewoonde wereld...
:45:39
en een lijk op de grond ontdekten
met twaalf messteken in de rug...
:45:45
en geen van hen
deze misdaad kon oplossen ?
:45:50
Een moord ?
- Dit is werkoverleg, Dorothea.
:45:53
Inderdaad, een moord.
Klokslag middernacht...
:45:57
zal er iemand in dit huis
op wrede wijze worden vermoord.
:46:01
U vergeet een kleinigheidje,
Mr. Twain.
:46:05
Wie slachtoffer ?
- 'Is het'.
:46:10
'Wie is het slachtoffer'.
Ik word er gek van.
:46:14
Een fluitje van een cent.
- Dacht u dat, Mr. Diamond ?
:46:17
We zullen nog wel eens zien wie er
hier geestelijk het sterkst is.
:46:23
Mr. Wang, het slachtoffer
zit bij ons aan tafel...
:46:29
en dat geldt ook, dames en heren,
voor de moordenaar.
:46:34
Moordenaartje ?
- We gaan fijn moordenaartje spelen.
:46:40
Waarom geef je haar niet een zetje ?
We moeten aan het werk.
:46:44
Weet u wie er vermoord wordt ?
- Heel goed.
:46:47
En hoe hij wordt vermoord ?
- Absoluut.
:46:50
En wanneer precies moord plaatsvindt ?
:46:53
Dé moord. Heel precies.
:46:55
Ik mag me er niet in mengen, maar
bent u de moordenaar, Mr. Twain ?
:46:59
Ik weiger te praten met echtgenotes.