:48:22
Trek Honfleur binnen. Versterk de stad
tegen de Franse troepen.
:48:28
Wees het volk genadig.
:48:35
De winter nadert en het aantal zieken
neemt steeds toe.
:48:41
We trekken naar Calais.
:48:47
Vannacht zijn we in Honfleur uw gast.
:48:51
Morgen geven we tot de opmars last.
:49:19
Alice?
:49:30
Alice, jij bent in Engeland geweest
en spreekt de taal.
:49:35
Een beetje, madame.
:49:37
Geef me les.
:49:40
lk moet 't leren spreken.
:49:44
Hoe noem je de hand in het Engels?
-Die heet the hand.
:49:50
The hand.
:49:54
En de vingers?
-De vingers? Dat ben ik vergeten.
:49:58
O ja, ik geloof: the fingres.