:45:03
Ik ben tegen mijn zin gestuurd
om te vragen of u komt eten.
:45:08
Schone Beatrice,
ik dank u voor al uw moeite.
:45:17
Ik heb niet méér moeite gedaan
dan u moeite doet om mij te danken.
:45:22
Als het lastig was geweest,
zou ik niet zijn gekomen.
:45:25
Doet de boodschap u dan genoegen?
:45:27
Nu, net zoveel als u
op een mespunt kunt krijgen.
:45:36
U hebt geen eetlust, Signor?
Dan tot ziens.
:45:53
"Ik ben tegen mijn zin gestuurd
om te vragen of u komt eten."
:46:02
Dat is wel wat dubbelzinnig.
:46:07
Weet u dan zeker,
dat Benedick Beatrice zo bemint?
:46:15
Dat hoor ik van de prins
en mijn verloofde.
:46:19
En vroegen zij u
haar dat te vertellen?
:46:22
Zij drongen aan dat ik het zeggen zou.
:46:24
Ik vroeg ze hem te raden zijn gevoel te
knevelen, en Beatrice niets te zeggen.
:46:30
Verdient hij dan niet zo'n gelukkig
bed als zij ooit beslapen kan?
:46:35
Liefdesgod, ik weet dat hij verdient
al wat men kan geven aan een man,
:46:39
maar nooit schiep de natuur 'n trotser
vrouwenhart dan dat van Beatrice.
:46:44
Hoon en verachting fonkelen in haar
ogen, die wat zij zien misprijzen,
:46:49
en haar verstand acht zich zó hoog,
dat al het andere haar laag voorkomt.
:46:54
- Beminnen kan zij niet.
- Dat denk ik ook.
:46:57
- Vertel het haar. Hoor wat ze zegt.
- Nee.