:15:17
Wat doe jij nou? Wat heb ik je nou gezegd?
:15:24
Ik hoorde iemand huilen.
-Honden.
:15:26
Nee, iemand. Een persoon.
-Je hebt niets gehoord.
:15:42
Je blijft daar waar ik zeg,
of je krijgt een draai om je oren.
:16:03
Goedemiddag. Ik breng uw eten.
:16:09
U heeft uw pap niet aangeraakt.
Wilde u niet?
:16:14
Ben jij mijn bediende?
-Nee, die van Mrs Medlock.
:16:18
En zij die van lord Craven.
Ik doe hierboven het huishouden.
:16:23
En u een beetje bedienen.
-Dan ben je dus mijn bediende.
:16:32
Jij bent wel raar, hoor.
-Dat weet ik.
:16:36
Mrs Medlock gaf me de baan uit goedheid.
:16:41
Dat had niet gekund als er
een mevrouw was geweest.
:16:47
Dan was ik de keuken niet uit gekomen
en zeker niet boven.
:16:52
Hou op. Wat doe je nou?
:16:55
Alle meisjes houden toch van kietelen?