:34:03
Goed, en met u?
Wie bent u?
:34:08
Ik?
- Weet ik het al?
:34:12
Nee, dat hoeft niet.
:34:14
Kunt u niet weg?
- M'n vader zou komen.
:34:18
Het zou heerlijk zijn
als u mee wilt rijden.
:34:23
Breng me maar thuis.
- Mooi, dan pak ik uw bagage.
:34:29
Waar woont u?
- Dosoris Lane.
:34:32
Dosoris Lane? Daar woon ik ook.
:34:36
Echt waar?
- We zijn vast buren.
:34:38
Je moet je buren tevreden houden.
- Dat vind ik ook.
:34:43
Kom hier, David.
:34:46
Heet hij David?
- Nou en of.
:34:49
Grappig. Zo heet ik ook.
:34:53
Dat is zeker grappig.
:35:00
Zegt u echt niet hoe u heet?
- Nee, dit is veel te leuk.
:35:05
Dan speel ik mee.
:35:08
Hebt u hier altijd gewoond?
- Bijna altijd.
:35:12
Ik ken alle spetters in 't noorden.
- En niet alleen daar.
:35:18
Het is om gek van te worden.
Kijk nog eens naar voren.
:35:24
Ik ken u wel.
:35:26
Ik heb u weleens gezien...
met uw vader.
:35:30
Is admiraal Starratt uw vader?
- Niet bepaald.
:35:35
Ik zie hem voor me in uniform.
:35:38
Wat doet uw vader?
- Hij zit in het vervoer.
:35:45
Het centraal station van New York.
Vliegtuigen, TWA.
:35:49
De vloot van US Lines dan.
:35:52
Ik pas.
- Auto's.
:35:56
Chrysler?
:35:58
Chrysler, Ford,
General Motors en Rolls Royce.