:55:10
Alice?
:55:17
Ga naar huis.
:55:35
Help me. Ik sta hier open en bloot.
:55:38
Blijf waar je bent.
:55:41
Gedraag je zo onopvallend mogelijk.
:55:48
Pik haar op. Zodra het sneeuwt, slaan
we toe. Dan zijn onze sporen weg.
:55:54
Dit stuurde de luchtmacht net door.
:55:58
Ze zijn gebeld
door een kind in Chicago.
:56:01
-Hij had een computerchip gevonden.
-Op naar Chicago.
:56:11
-Blijft het goed weer?
-Ja, daar is je jas.
:56:15
-Waar zou m'n bruine jas zijn?
-Wacht.
:56:18
Neem een kop koffie mee voor in
de auto, dan pak ik je jas wel even.
:56:23
Dank je.
:56:25
ik zal een boterham voor je maken.
:56:42
-Hier is je jas.
-Sorry dat het zo'n rare week was.
:56:48
ik vind het vreselijk
dat ik steeds weg moet.
:56:52
-Dat hoort er tegenwoordig gewoon bij.
-Bedankt, schat.
:56:58
-Heb je je pieper?
-Ja.