:56:01
-Hij had een computerchip gevonden.
-Op naar Chicago.
:56:11
-Blijft het goed weer?
-Ja, daar is je jas.
:56:15
-Waar zou m'n bruine jas zijn?
-Wacht.
:56:18
Neem een kop koffie mee voor in
de auto, dan pak ik je jas wel even.
:56:23
Dank je.
:56:25
ik zal een boterham voor je maken.
:56:42
-Hier is je jas.
-Sorry dat het zo'n rare week was.
:56:48
ik vind het vreselijk
dat ik steeds weg moet.
:56:52
-Dat hoort er tegenwoordig gewoon bij.
-Bedankt, schat.
:56:58
-Heb je je pieper?
-Ja.
:57:01
ik bel je elk half uur en ik laat m'n
computer de hele dag on line staan.
:57:07
ik heb m'n laptop bij me, dus we
staan continu met elkaar in contact.
:57:12
En je hebt al m'n nummers, hè?
:57:15
-We zijn er helemaal klaar voor.
-Heeft Mars Clovis gebeld?
:57:20
Ze zou controleren of Bradley's naam
toch niet op die auto stond.
:57:25
-Je was in de douche toen ze kwam.
-Trok je van leer?
:57:29
-En hoe.
-ik hoop dat ze zich schaamde.
:57:31
Het was pijnlijk.
:57:33
Gedraag je. Zorg dat je niks overkomt
en pas een beetje op het huis.
:57:38
ik heb alles onder controle.