Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:16:04
Bel me als jullie morgen
iets willen doen. Ik heb morgen vrij.

:16:08
Dat denk jij. Morgen begint de jacht.
Ik heb je 's ochtends nodig.

:16:12
Hou je haaks, Wade.
:16:14
Nou, dat weten we dan.
:16:18
Kijk uit met hem.
Hij wil met je naar bed.

:16:22
Kom nou, Wade. Doe niet stom.
:16:25
Ik zie je morgen wel.
- Oké.

:16:36
Tot morgen, Gordon.
:16:39
Kijk uit met de sneeuw.
Vannacht valt er een pak.

:16:54
Is dit weer gunstig voor de jacht ?
:16:58
Ik weet waar ze zitten, Mr. Twombley.
De wijfjes schuilen in de struiken.

:17:04
De bokken zitten achter de wijfjes
en wij zitten achter de bokken.

:17:08
We schieten voor het tien uur wordt.
:17:12
Of het hert gedood wordt,
hangt van u af.

:17:16
Ik breng u op dertig meter van een hert
in de eerste vier uur.

:17:20
Daar betaalt u me voor, niet ?
- Reken maar.

:17:24
Schoot u al vaak met dat wapen ?
:17:27
Hoor eens, jongen.
:17:29
Breng me bij een bok voor tienen
en je krijgt 100 dollar extra.

:17:35
Als het raak is ?
- Ja.

:17:38
Misschien doodt u hem niet.
- Denk je ?

:17:41
Misschien schiet u hem kreupel
en vindt een ander hem.

:17:45
Dat kan ik niet uitsluiten,
zeker niet met een nieuw geweer.

:17:50
Misschien moet ik hem afmaken.
:17:52
Doe jij jouw werk, ik doe dat van mij.
:17:56
Gesnopen ?
:17:57
Ik wil een hert. Een dood hert.
- Begrepen.


vorige.
volgende.