:05:04
Ooit waren we allemaal
musketiers.
:05:10
Hoe zou het met Athos zijn?
:05:14
Rustig, Raoul.
:05:16
Je bent toch m'n zoon?
:05:18
Welke vrouw kan je weerstaan?
:05:20
Wanneer ga je haar vragen?
:05:22
Vandaag, als we aankomen...
:05:25
of als we weggaan.
:05:27
Ik weet het nog niet precies.
:05:29
Zou dit helpen?
:05:35
Moeders ring.
:05:36
Dat kan ik niet aannemen.
Die is van u.
:05:38
Met haar dood schonk ze me jou.
:05:41
Ik schenk hem aan de vrouw
van m'n zoon.
:05:46
Ga nu maar.
En neem je verloofde mee terug.
:06:18
Majesteit, we verwachten
de aanval bij zonsopgang.
:06:21
Nee, dan onderschat je
de Hollanders.
:06:27
Deze compagnies worden
hier afgesneden,
:06:29
verplaats ze dus hierheen.
:06:32
Dan zijn we daar
in de meerderheid.
:06:34
Zo kun je het doorgeven.
:06:36
Majesteit.
:06:37
De gele sjerp.
:06:38
Als uw raadslieden
is het toch...
:06:41
...onze plicht...
- Juist, onze plicht u te zeggen
:06:44
dat er rellen in Parijs zijn.
:06:47
Rellen?
:06:49
Parijs is de mooiste stad
op aarde.
:06:52
Mijn volk kan toch alleen maar
:06:55
trots en tevreden zijn?
:06:56
Zeker, Majesteit.
:06:58
Ik weet zeker dat ze
tevreden en trots zijn.