:12:01
Kom nou.
:12:03
Je kan hier niet blijven,
je moet naar huis.
:12:06
Waar zijn je ouders?
:12:28
Kom nu!
:12:40
Onze flat is veel mooier.
Wij hebben een woonkamer.
:12:44
Als je hier
met z'n tienen samengepakt zit...
:12:48
...dan is er weinig woonkamer.
:12:50
Je kan altijd
een ander hotel zoeken.
:12:53
Da's niet erg aardig.
:12:55
Het spijt me.
:12:56
-Waar slaap ik?
-Boven.
:12:58
Niet hier?
:12:59
Een nieuwsgierige buur kan
je zien en me aangeven.
:13:02
En dan komen de Duitsers. Kom.
:13:07
-Kom, poesje.
-Laat de kat met rust.
:13:11
-Hou je niet van katten?
-Geef mij maar ratten.
:13:15
Ik wil je er niet mee zien spelen.
:13:19
Probeer ze niet te vangen
en op te eten.
:13:22
Een kat die zich
laat vangen is ziek.
:13:25
Goed, wat moet ik dan eten?
:13:28
Je hebt
geen rantsoenbonnen voor mij.
:13:31
Da's waar.
:13:33
We zien wel als we zover zijn.
:13:40
Hier is het.
:13:42
Kijk.
:13:47
De schoorsteen geeft warmte.
:13:50
Lees dit boek over Afrika
en je zal je honger vergeten.
:13:55
Ik ben dat gewoon.
:13:58
Kom nu.