:13:02
En dan komen de Duitsers. Kom.
:13:07
-Kom, poesje.
-Laat de kat met rust.
:13:11
-Hou je niet van katten?
-Geef mij maar ratten.
:13:15
Ik wil je er niet mee zien spelen.
:13:19
Probeer ze niet te vangen
en op te eten.
:13:22
Een kat die zich
laat vangen is ziek.
:13:25
Goed, wat moet ik dan eten?
:13:28
Je hebt
geen rantsoenbonnen voor mij.
:13:31
Da's waar.
:13:33
We zien wel als we zover zijn.
:13:40
Hier is het.
:13:42
Kijk.
:13:47
De schoorsteen geeft warmte.
:13:50
Lees dit boek over Afrika
en je zal je honger vergeten.
:13:55
Ik ben dat gewoon.
:13:58
Kom nu.
:14:02
-Wat is er?
-Ik ben mijn pop kwijt.
:14:06
Sorry, ik heb geen poppen.
:14:08
Waarom niet?
:14:10
Mijn vrouw en ik hebben
geen kinderen.
:14:13
Waar is je vrouw?
Werd ze op de trein gezet?
:14:16
Ze werd doodgeschoten.
:14:19
Onder een boom.
:14:21
Welke boom weet ik niet.
Ik vroeg het niet.
:14:25
Bedtijd.
:14:28
Het is gek, Hannah.
:14:32
Ik slaagde erin me
door de oorlog te smokkelen.
:14:35
Ik verliet zelfs levend
de Kommandantur.
:14:38
En nu moet ik
voor een klein meisje zorgen.
:14:46
We wilden wel een kind.
:14:49
Normaal krijg je dan een baby...
:14:51
...en dan kan je
die leren kennen.
:14:55
Da's waar.
:14:57
Maar als de Duitsers haar vinden,
zal ik ervoor boeten.