:35:27
Het is jouw schuld niet.
:35:29
Als Herschel de wereld wilde
redden, dan was dat zijn keuze.
:35:34
We hebben er meer
als Herschel nodig.
:35:36
Hij wilde die mensen hoop geven.
:35:38
Hij is een held zoals jij.
:35:40
Ik ben geen held.
:35:42
Ik ben flensjesverkoper.
:35:44
Een flensjesverkoper
met een radio.
:35:46
Die net een vriend vermoordde.
:35:55
Als je je ophangt, vermoord ik je.
:36:12
Ga je naar Londen luisteren?
:36:14
Ik hou het niet uit. Zeg het mij.
:36:17
De Russen....
:36:18
Er zijn geen Russen.
Geen radio, niets.
:36:21
Begrepen?
:36:23
Wat bedoel je?
:36:24
Ik bedoel dat ik totaal niet weet
waar de Russen zijn.
:36:31
Ik ben een leugenaar. Oké?
:36:41
Je laat ze aanbranden.
:36:42
Ik kan prima
champignons bakken.
:36:45
Voor de oorlog
had ik een restaurant.
:36:47
Een restaurant?
:36:49
Een zeer apart.
:36:51
We maakten pannenkoeken
met aardappelen.
:36:55
En flensjes gevuld
met abrikozenjam.
:36:57
En in de zomer,
ijsjes en vruchtensappen.