:36:12
Ga je naar Londen luisteren?
:36:14
Ik hou het niet uit. Zeg het mij.
:36:17
De Russen....
:36:18
Er zijn geen Russen.
Geen radio, niets.
:36:21
Begrepen?
:36:23
Wat bedoel je?
:36:24
Ik bedoel dat ik totaal niet weet
waar de Russen zijn.
:36:31
Ik ben een leugenaar. Oké?
:36:41
Je laat ze aanbranden.
:36:42
Ik kan prima
champignons bakken.
:36:45
Voor de oorlog
had ik een restaurant.
:36:47
Een restaurant?
:36:49
Een zeer apart.
:36:51
We maakten pannenkoeken
met aardappelen.
:36:55
En flensjes gevuld
met abrikozenjam.
:36:57
En in de zomer,
ijsjes en vruchtensappen.
:37:00
Hielp je vrouw je?
:37:02
Waarom stel je altijd vragen?
:37:04
Waarom geef je nooit antwoord?
:37:06
Ik heb al gegeten.
:37:07
Eet eerst en dan doe je de vaat.
:37:10
Dat haat ik.
:37:11
Ik heb gekookt, hè?
:37:15
Mag ik
na de oorlog serveerster zijn?
:37:18
En de school dan?
:37:19
's Morgens ga ik naar school,
's middags bedien ik klanten.
:37:23
Je moet me niet betalen. Als
ik maar pannenkoeken mag eten.
:37:27
Zoals Kowalsky.
:37:31
Zet het raam open.
:37:37
Kijk, je vriend, de bokser.
:37:42
Maken ze ruzie?
:37:44
Dat komt er nog wel van.
:37:46
Mischa denkt
dat de oorlog gedaan is.
:37:48
Hij wil haar meenemen
naar zijn flat.
:37:50
Wil ze dat dan niet?
:37:53
-Toch wel.
-Waarom gaat ze dan niet mee?
:37:55
Als je ouder bent,
zal je dat begrijpen.
:37:58
Wanneer?