1:33:03
Is dat weer een leugen?
1:33:07
Waarom zou ik je geloven?
1:33:09
Zou ik over zoiets tegen je liegen?
1:33:14
Ik hoorde je
tegen je vriend praten.
1:33:17
Ik snap waarom je het deed.
1:33:21
Je wilde...
1:33:23
...goed zijn.
1:33:29
Da's van Hannah.
1:33:31
Ze wilde een meisje hebben,
zoals jij.
1:33:35
Waar ga je naartoe?
1:33:37
Ik moet nog iets doen.
Slaap nu maar.
1:33:40
Waarom?
1:33:43
Vragen, altijd vragen.
1:33:47
Ik moet de Duitsers
mijn radio geven.
1:33:49
Maar je hebt er geen.
1:33:51
Da's een probleem, hè?
1:33:54
Misschien zal ik het uitleggen...
1:33:56
...aan mijn goede vriend
bij de Gestapo.
1:33:59
Hij zal het grappige ervan inzien...
1:34:01
...en we zullen er
eens goed om lachen.
1:34:09
Die is van mij, maidelah.
1:34:18
Wees voorzichtig.
1:34:22
Mischa, doe open.
Ik ben het, Jakob.
1:34:27
Kreeg je het teken?
1:34:28
Nog niet. Ik heb je hulp nodig.
1:34:31
-Redden we de gijzelaars?
-Da's geregeld.
1:34:34
Jij moet
naar mijn zolderkamer gaan.
1:34:36
Ik pak mijn kleren.
1:34:38
Nu niet.
1:34:39
Als ik morgen niet opdaag
op het werk...
1:34:42
...moet je in het donker
naar m'n huis gaan...
1:34:44
...en iets speciaals meebrengen
waar jij moet voor zorgen.
1:34:48
De radio?
1:34:49
Iets speciaals.
1:34:51
-Ik begrijp het.
-Goed.
1:34:53
Waar is mijn wapen?
1:34:55
Dat heb je niet nodig.
1:34:57
Je hebt hersenen nodig
en een groot hart.