:07:02
Nee, het was Sarah's tred.
:07:08
- Sarah, lieveling.
- Henry.
:07:14
- Ben jij dat ?
- Heb je gewandeld ?
:07:17
- Het is rotweer.
- Je bent drijfnat. Pas nou toch op.
:07:23
Tot ziens.
:07:30
Hun huwelijk was conventioneel,
net als hun smaakvolle inrichting.
:07:35
Ik mocht hen allebei
de eerste avond.
:07:38
We dronken slechte Zuid-Afrikaanse sherry
door de oorlog in Spanje.
:07:42
Goedenavond.
Kan ik uw hoed aannemen ?
:07:46
Mr. Miles is boven.
:07:55
- Sherry ?
- Graag.
:07:58
Ze leek rusteloos.
:08:01
In de zomer van '39 was heel Londen
rusteloos, voor de storm losbrak.
:08:24
- Dit is de buurman. Hij is auteur.
- Wat moet een auteur hier ?
:08:29
Ik doe onderzoek. Naar uw man.
Ik schrijf over een minister.
:08:34
- Wat drinkt hij 's avonds ?
- Chocolademelk.
:08:38
- En hoe laat ?
- Om elf uur. Tenzij er bezoek is.
:08:42
- Wilt u uw personage excuseren ?
- Roept het ministerie ?
:08:47
Ik vrees het.
:08:50
- Vertel z'n geheimen eens.
- Henry is een goed mens.
:08:54
- Die hebben geen geheimen.
- Goedheid past niet in fictie.
:08:59
- Wat dan wel ?
- Een minister van defensie.