:08:01
In de zomer van '39 was heel Londen
rusteloos, voor de storm losbrak.
:08:24
- Dit is de buurman. Hij is auteur.
- Wat moet een auteur hier ?
:08:29
Ik doe onderzoek. Naar uw man.
Ik schrijf over een minister.
:08:34
- Wat drinkt hij 's avonds ?
- Chocolademelk.
:08:38
- En hoe laat ?
- Om elf uur. Tenzij er bezoek is.
:08:42
- Wilt u uw personage excuseren ?
- Roept het ministerie ?
:08:47
Ik vrees het.
:08:50
- Vertel z'n geheimen eens.
- Henry is een goed mens.
:08:54
- Die hebben geen geheimen.
- Goedheid past niet in fictie.
:08:59
- Wat dan wel ?
- Een minister van defensie.
:09:03
- Is m'n man dan fictie ?
- Bij de juiste persoon.
:09:06
- O hemel. Kunnen we dit achterlaten ?
- Dit onderwerp ?
:09:10
- Ik wil wat frisse lucht.
- Natuurlijk.
:09:15
- Hoe lang bent u gehuwd ?
- Is uw personage gehuwd ?
:09:19
- Al tien jaar. En gelukkig.
- Heel goed. Wij ook in dat geval.
:09:24
Geluk is nog moeilijker
om over te schrijven.
:09:28
Henry verkiest gewoonte boven geluk.
:09:35
We hebben het over het huis.
:09:39
- Ik zal je bijschenken.
- Prachtig huis.
:09:42
- M'n vrouw heeft het gevonden.
- Ze is charmant.
:09:46
- Ze is een enorme steun.
- Een van uw boeken is toch verfilmd ?
:09:51
Ja, die draait in Rialto.
Ik neem jullie wel mee.
:09:55
- Ik heb geen tijd voor films.
- Zal ik dat noteren ?
:09:58
Zorg dat uw personage
nooit voor tienen thuis is.