:50:00
Ik wil je alleen maar helpen.
:50:03
Ik blijfwaar ik zit, en zij ook.
M'n werk begint net op gang te komen.
:50:09
Een ongelukkige muze
is geen goede muze.
:50:12
Eerst was je vreselijk sceptisch
en nu ben je haar grootste fan.
:50:17
Ik dacht alleen maar aan ons.
- Het is geen goed idee.
:50:26
Ik heb ergens zin in.
- Ze kan hier komen wonen.
:50:46
Deze is zwaarder dan ik dacht.
:50:49
Dames, we zouden dit samen doen.
Dit moest een project worden.
:50:56
Geel weet ik niet.
- Wat doet geel ertoe ?
:51:00
Ik kan geen kinderen meer krijgen.
Waar moet hij staan ?
:51:05
Goed, ik krijg een hartaanval.
Ik zet hem gewoon hier neer.
:51:11
De ambulance-jongens
zetten 'm wel weg.
:51:20
We moeten keukengereedschap kopen.
Een bakker heeft goede spullen nodig.
:51:26
Ik weet niet of ik wel echt wil.
- Anders was je er niet over begonnen.
:51:32
Zou een eierklopper te duur zijn ?
- Natuurlijk niet.
:51:37
Heb je een Cuisinart ?
- Nee.
:51:39
Dan word je geen echte kok.
Echte koks hebben een Cuisinart.
:51:44
Ik heb er een nodig.
:51:47
Je moet nog veel leren.