:19:08
Dans eerst met mij.
- Nee, met mij.
:19:11
Nee, hij danst met mij.
:19:13
Zo is het wel genoeg, meisjes.
Hij hoort bij mij.
:19:17
Neem een foto van mij en Elliot.
:19:28
Zij valt ook op je.
:19:30
Heb je trek ?
- Min of meer.
:19:33
Die lijken op de koekjes van m'n oma.
- Neem er een.
:19:39
Dit zijn de koekjes van m'n oma.
- Ik doe alles voor jou, knapperd.
:19:47
Je vond het heerlijk, hè ?
- Wat ? Het koekje ?
:19:52
Dat ze je zo geweldig vonden.
Het is fijn dat ze je accepteren, hè ?
:19:57
Ik kan ervoor zorgen
dat iedereen van je houdt.
:20:03
Je gelooft me nog steeds niet, hè ?
- Natuurlijk niet. Ten eerste...
:20:08
Je ziet er niet uit als de duivel.
- O nee ?
:20:11
Ik had het ook zo kunnen doen.
:20:17
Maar dat is zo'n verkleedpartij.
- Het is echt zo. Je bent de duivel.
:20:23
Kom, schat. Neem plaats.
:20:26
Ik begrijp dat je je
wat overrompeld voelt.
:20:30
Mag ik je iets vragen ?
- Natuurlijk, wat je maar wilt.
:20:34
Maar niet of God bestaat. Dat vragen
ze altijd. Ik word er gek van.
:20:41
Ja, God bestaat.
- Echt waar ? Hoe ziet hij er uit ?
:20:46
De duivel is zo boeiend,
maar iedereen vraagt naar Hem.
:20:52
Alsof Hij zo fascinerend is.
- Hij is dus een man.
:20:56
De meeste mannen dénken
dat ze God zijn, Hij ís het.