:33:03
Laat me los, schatje.
:33:06
En toen was ze onder de indruk.
Ik had iets moois met 'r.
:33:10
Ik maakte haar gelukkig.
:33:12
Nu heb ik een vaste klant.
:33:21
Waar kijkt hij naar?
:33:25
Hij wil me intimideren
door te zeggen dat hij 'n moordenaar is.
:33:28
Ouderwetse nikker.
:33:30
We hoeven toch niet te gaan dreigen?
:33:34
Moet ik 'm mollen?
:33:36
Nee.
:33:38
Laat 'm maar leven.
:33:41
Als hij m'n mama ongelukkig maakt,
moet hij bloeden.
:33:44
Echt waar. Hij zal 't voelen.
:33:47
Zolang zij gelukkig is, mag hij blijven leven.
:33:51
't Is mij om 't even.
:33:53
Ik hoop dat hij me ook heeft gehoord.
:33:58
Ik heb je gehoord.
:34:02
Weet je wat jullie probleem is?
:34:04
Jullie denken alles al te weten,
maar jullie weten niets.
:34:10
Ik zie dat jullie een zaakje hebben.
Dat is goed.
:34:14
Verdien maar mooi geld.
:34:16
Maar wanneer je geld verdient,
moet je je aan de regels houden.
:34:20
Je moet het verschil weten
tussen wapens en boter.
:34:25
Er zijn twee soorten nikkers,
nikkers met wapens...
:34:29
en nikkers met boter.
:34:31
Wat zijn de wapens?
Dat is het onroerende goed...
:34:36
de aandelen en obligaties. Kunst.
:34:39
Zaken die in waarde toenemen.
:34:42
Wat is de boter?
:34:44
Auto's, kleding, sieraden, alles wat
z'n waarde verliest als je het hebt gekocht.
:34:49
Daar draait het om: wapens en boter.
:34:53
Jullie kleine, stomme eikels.