:45:01
Ik wil gewoon stoppen.
:45:05
Op de veranda zitten met Sal, en mijn
zoons op het veld bezig zien.
:45:09
en af en toe 'goed gedaan' roepen.
:45:12
Dat zal een mooie dag worden,
als onze zoons thuiskomen.
:45:16
Hoe zit het met jouw familie in Charleston?
:45:22
Ik heb geen familie meer in Charleston.
:45:25
En het geld is ook op.
:45:27
Mijn vader had wat geld geïnvesteerd.
:45:31
Dat is allemaal waardeloos geworden.
De oorlog.
:45:37
Die investeringen zijn niets meer waard.
Ik kan verder nergens terecht.
:45:47
Ik wil niet weg.
:45:51
Je wacht op een man.
:45:57
Kijk eens in onze put.
- Esco.
:45:59
Dat zou ze moeten doen.
:46:01
Als je met een spiegel in de put kijkt,
dan zie je de toekomst. Dat zegt men.
:46:08
Jij doet het.
Zij doet het.
:46:13
Wat voor spiegel?
:46:15
We hebben je vast, Esco. Hou vast.
- Ik heb haar.
:46:19
We hebben je.
:46:23
Zie je iets?
:46:31
Ik weet het niet.
- Ik heb het zelf vaak geprobeerd,
:46:33
zoekend naar een teken wanneer
mijn jongens weer naar huis zullen komen.
:46:37
Ik heb nooit iets kunnen zien.
:46:54
Is alles goed, Ada?
:46:56
Wat is er gebeurd?