:56:00
Hé, maatje,
wat is er met jou gebeurd?
:56:03
Ik wil geen problemen, oké?
:56:05
Aan de kant! Aan de kant!
:56:09
Excuseer me!
Ga uit de weg!
:56:11
Hij zal wel jaloers zijn
op onze noordpool outfit.
:56:21
Waar is het?
:56:26
Schatje, ik ga de hele morgen shoppen.
:56:29
Weet je wel, shoppen voor Waikiki.
- Waar is het in godsnaam?
:56:31
Een heleboel spullen die we
kunnen gebruiken voor de reis.
:56:34
Waar zoek je naar?
- Mijn kist.
:56:37
De kist waar ik mijn papieren in bewaar?
- Welke papieren?
:56:40
De documenten,
de foto`s, de bandjes.
:56:43
Het bewijs.
- Bewijs waarvan?
:56:47
Liefje, denk even na voor
een halve minuut.
:56:50
Het bewijs van elke oplichting
die we ooit gedaan hebben,
:56:53
het bewijs dat ons voor 20 jaar
kan wegstoppen.
:56:56
Waar is het?
- Ik weet het niet, het is niet hier.
:56:59
Iemand heeft het gestolen.
:57:03
Jessica.
:57:06
Wat Jessica?
- Dat meisje...
:57:08
die me probeerde te volgen
bij die excursie?
:57:11
Zij heeft het gedaan.
- Weet je het zeker?
:57:13
Ja, ze zit rond te snuffelen, stelt vragen.
:57:19
Nou...
:57:22
ik zal met haar afrekenen.
- O ja?
:57:25
Ga je haar vermoorden?
:57:31
Nee, nee, ik ga haar niet...
Ik ga haar niet vermoorden.
:57:34
Waarom ga jij er niet op toezien dat
de kinders klaar zijn voor de parade?
:57:37
Oké.
- Heel fijn.
:57:41
Dan ga ik ondertussen Jessica...
:57:44
een klein bezoekje brengen.
:57:47
De Thanksgiving parade
is bijna zover.
:57:50
Dus, enig idee voor een vloot?
:57:53
Een vlot!
- Een zappelin!
:57:54
Een drol.
- Titanic.
:57:56
Een vogelbekdier.
- Een hotdog.
:57:58
Flessenpost.
- Nee, geen dingen die drijven,