:04:01
Wat is er?
- Het spijt me.
:04:05
Waar ga je heen?
- Het spijt me.
:04:07
Ik bel je nog. Het spijt me.
:04:09
Praat tegen me.
:04:12
Nee, niet doen.
:04:14
Waarom doe je dit?
:04:29
Zeg gewoon waar je heen gaat.
- Ik bel je.
:04:33
Kom je nog terug?
:04:46
Bent u vrij?
:04:49
Sorry, ik heb haast.
Ik moet weg.
:04:55
Ik zie je nog wel.
:04:59
Dank u en tot ziens.
- Tot ziens.
:05:05
Zoekt u iemand?
:05:09
Roxy de Persand, mijn zus.
:05:15
U klinkt net als haar.
:05:17
Laat me helpen, ik zal haar roepen.
:05:29
Ik zal even aanbellen.
:05:36
Daar rechts is het.
:05:38
Waar ging Charles-Henri heen?
:05:40
Hij moest de stad uit
voor een van zijn schilderijen.
:05:43
En? Hoe vind je het?
- Prachtig, zo'n balkenplafond.
:05:47
Het lijkt wel op wat we
in Santa Barbara hebben.
:05:49
Nee, dat is namaak.
:05:51
Dit zijn echte draagbalken.
:05:54
Ze komt hier zoveel beter
tot haar recht dan thuis.
:05:58
Papa heeft die geschilderd.