The Notebook
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:04:01
We moeten je uit deze kamer krijgen.
:04:03
Kom liefje,
frisse lucht zal je goed doen.

:04:09
Het spijt me, het is geen goede dag.
Ik denk niet dat ze iets wil.

:04:16
Dit is Duke.
Hij komt je voorlezen.

:04:20
Voorlezen?
:04:25
Ik weet het niet.
:04:27
Vooruit, je vindt hem vast aardig.
Hij is heel grappig.

:04:46
Waar waren we gebleven?
:04:51
De avond van de kermis.
:04:53
Noah was daar met zijn vrienden,
Fin en Sara...

:04:57
Daar hebben ze elkaar ontmoet.
:04:59
6 juni, 1940.
:05:02
Allie was zeventien.
:05:05
De kleine man wint een prijs.
Bedankt voor het spelen.

:05:08
Grapjas.
Ik sloeg dat ding door midden.

:05:11
Ik zei toch dat het
doorgestoken kaart was.

:05:14
Hé daar, hoe heet je?
:05:24
Wie is dat meisje bij Sara?
- Dat is Allie Hamilton.

:05:28
Ze is hier voor de zomer,
met haar familie.

:05:30
Haar vader heeft meer geld dan God.
:05:34
Kijk, ik heb een prijs voor je gewonnen.
- Dank je wel.

:05:46
Allie, wil je een suikerspin?
- Oké.

:05:54
Wil je met me dansen?
- Nee.

:05:57
Waarom niet?
- Omdat ik niet wil.


vorige.
volgende.