1:17:02
Waarom denk je dat?
- Ik weet het gewoon, oké?
1:17:05
Ik heb dit al eens meegemaakt.
Laurel zou mijn beste vriendin horen te zijn.
1:17:10
Maar waarom denk je
dat er iets aan de hand is?
1:17:15
Ik dacht dat het mijn paranoia was.
Ik kwam thuis van een huizenjacht.
1:17:20
Ellis was de stad uit.
Ik hoorde een ruzie tussen Laurel en Lee.
1:17:27
Wat is dit?
- Wat?
1:17:29
Van wie is deze sleutel? Wie is A?
1:17:33
Wiens sleutels zijn dat in de badkamer?
Wie was hier?
1:17:36
Ik weet het niet.
1:17:39
Je hebt een verhouding.
1:17:42
Er was hier een vrouw.
- Ik kan dit niet meer aanhoren.
1:17:45
Sliep jij hier met iemand?
- Laat me met rust.
1:17:48
Ik kan niet nog een grote discussie
over mijn leven aan.
1:17:51
Omdat ik hier met iemand zat te praten
betekent niet dat ik ermee sliep.
1:17:55
Het is voorbij, Lee.
1:17:57
Jij moet zeggen.
- Wat bedoel je daarmee?
1:18:00
Natuurlijk wil je er nu mee stoppen
want je hebt iemand anders op het oog.
1:18:03
Wat?
- Je wierp je bijna op Melinda's vriend.
1:18:07
Probeer het verhaal niet om te draaien.
- Ik sta versteld dat zij dit tolereert.
1:18:12
Je draait alles om omdat je gepakt bent.
1:18:14
Nee, je bent gepakt. Ik ken jou als je
aan het verleiden gaat.
1:18:18
Ik wil niet zo'n stom gesprek voeren.
- Maak je niet druk. Ik ben zo weg.
1:18:23
En dan kan je achter iedereen
aan wie je maar wilt..
1:18:26
Vanaf dat moment komen de duivels binnen.
1:18:29
Ik kon gewoon niet slapen.
Het maakte niet uit hoeveel pillen ik slikte.
1:18:33
Ik voel mezelf overmand
door achterdocht.
1:18:37
En daar schaam ik me voor.
1:18:39
Melinda
1:18:40
Cassie, je weet dat het waar is.
Ik zie het aan je gezicht.
1:18:43
Je moet jezelf bijeen houden.
Je hebt pillen lopen vreten.
1:18:47
Je hebt gedronken.
1:18:47
Hou op met het ontwijken
van mij antwoord te geven.
1:18:50
Ik weet helemaal niks.
1:18:53
Ik heb Ellis vandaag gebeld. Hij was niet
waar hij had gezegd dat hij zou zijn.
1:18:56
Dus ik heb Laurels school gebeld.
1:18:58
Ze had zich ziek gemeld.
Ze was zeker niet schoolziek.