:35:03
Oké, 250.
:35:04
Dus als jullie me elk twee cent geven,
dan had ik vijf pond.
:35:10
Dat is niet veel hier,
:35:11
maar in Ethiopië is vijf pond genoeg
om een gezin een week eten te geven.
:35:15
En als jullie dubbel zoveel geven,
dan hebben we tien pond.
:35:19
En dat is genoeg om dat hele dorp
voor altijd zuiver water te geven.
:35:24
Jullie hebben er niets aan,
dus gooi het maar in de bak.
:35:29
Excuseer me,
geef me al je geld.
:35:31
Vooruit, elke cent.
:35:35
Aan de kant.
:35:38
Geef me je geld.
:35:40
Maak die zakken maar leeg.
:35:46
Hallo, hoe heet jij?
- Damian.
:35:49
Dag, Damian, ik ben de bak.
- Dag, bak.
:35:52
Jij geeft me wel wat geld, hè?
:36:17
Wat heb je gedaan?
:36:18
Je hebt het weer gedaan.
- Wat?
:36:21
Ik zag het wel.
Hoeveel?
:36:23
Niet veel, ze is lief.
:36:26
Waarom geven we het geld
niet gewoon aan haar?
:36:29
Hoe ging het?
- Nou...
:36:33
Duizend? Waarom neem je
duizend mee naar school?
:36:37
Snap je niet dat dat verdacht is?
:36:39
Het is niet verdacht.
Het is ongewoon.
:36:42
Hoe kan het verdacht zijn?
Het is ons geld.
:36:47
Naar buiten, jullie...
:36:49
Genoeg gespeeld.
- Wist je dat je in Afrika
:36:52
een waterput kunt bouwen
voor maar honderd pond?
:36:56
Luister gewoon.