:39:01
want als ze in het busje kijken,
:39:05
zien ze de ontbrekende zak geld.
:39:07
Hoe weet je dat allemaal?
- Zijn oom werkt voor de politie.
:39:10
Het busje is weg.
De trein staat in het station.
:39:13
En de agenten zetten thee.
:39:16
Waar zijn de overvallers?
:39:20
Wat is de laatste plek
waar je zou zoeken?
:39:22
Ons huis?
- Misschien.
:39:25
De trein vertrekt met een
nieuwe machinist en al het geld.
:39:29
Het geld was op de trein,
en de overvaller ook?
:39:33
Lateraal denken.
:39:38
Het geld blijft op de trein,
nét als de overvaller.
:40:03
Hij zet zich schrap.
:40:04
En elke keer als de trein
in een lichte bocht komt,
:40:06
gooit hij een zak geld naar buiten.
:40:08
Ze hebben overal in het land
mensen die wachten.
:40:11
Het kan Stafford of Crewe zijn.
:40:14
Of Preston of Wigan.
:40:16
Runcorn kan het ook zijn.
:40:19
Het kan ook hier zijn.
:40:55
Rustig maar, het komt in orde.
Niemand weet dat wij het waren.