Peter Pan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:03:00
Hij was de held
in al hun kinderspelletjes.

:03:04
Ik zal je krijgen, Peter Pan.
:03:08
Pak aan.
Geef je je over, kapitein Haak?

:03:11
Geef je je over?
- Nooit.

:03:13
Hoe durfde je m'n hand af te hakken?
:03:15
Nee, Jan.
Het was z'n linkerhand.

:03:18
O, ja. Bedankt, Wendy.
:03:20
Wendy, de oudste,
geloofde in Peter Pan...

:03:24
en wist alles over
zijn wonderlijke avonturen.

:03:29
Ach Nana, moeten we nu weer
dat vieze drankje nemen?

:03:32
Omdat Nana, het kindermeisje,
een hond was, zei ze niks.

:03:38
Ze zag 't aan
en vond 't allemaal wel best.

:03:48
Pak aan.
:03:50
Brutale vlegel, ik hak je in de pan.
:03:53
En ik hak jou aan mootjes.
:03:58
Pas op voor m'n bril, Michiel.
- Sorry, Jan.

:04:02
Dit zul je niet overleven.
:04:04
Dat had je gedacht.
:04:07
Pak aan.
:04:14
Ga weg of ik snij je de strot af.
:04:18
Vergeet 't maar.
Achteruit!

:04:20
Achteruit, schurk.
- Brutale hond.

:04:24
Gemene piraat.
:04:26
Die was raak.
:04:28
Niet waar.
Je raakte me niet eens.

:04:30
Daar, daar en daar.
:04:34
Kan 't wat minder luidruchtig?
:04:39
Dag, vader.
- Lelijke scheepsrat die je bent.

:04:43
Hoor 's even...
:04:45
Dat was niet tegen u.
Hij speelt Peter Pan.

:04:48
En Jan speelt kapitein Haak.
:04:50
Juist, ja.
:04:52
Hebben jullie
m'n manchetknopen gezien?

:04:54
Verdraaid, Nana...
:04:57
Waar zijn die manchetknopen nou?
:04:59
Manchetknopen?

vorige.
volgende.