Sabrina
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:36:03
Runt hij al die bedrijven?
- Hij staat aan het roer.

:36:09
Dan kent Linus hem.
:36:12
Dat klopt.
Ze gaan vaak samen de stad in.

:36:18
Rij maar door naar de garage.
:36:21
Ik kan mezelf wel wat aandoen.
- Dat gaat zo over.

:36:36
We zijn er.
- Ik weet zeker dat ik u ken.

:36:43
U woont hier niet, hier woon ik.
- Dag, buurman.

:36:58
Margaret, wat fijn om thuis te zijn.
:37:01
Kijk nou eens.
Wat ben je een dametje geworden.

:37:06
Welkom thuis, Sabrina.
- Hoe gaat het, Ernest, Jenny?

:37:12
Je hoeft toch niet te huilen,
Margaret?

:37:15
Ik heb een zondagse hoed
voorje gekocht in Parijs.

:37:20
Jenny, ik heb ook iets voorjou.
:37:27
Vader.
:37:33
Het spijt me.
Mrs Larrabee moest naar de kapper.

:37:36
Dat geeft niks.
:37:39
Ik had je toch niet herkend.
:37:43
David was ook in de war.
:37:47
Ja, dat klopt.
:37:49
Ik zet koffie. Kom je mee?
:37:52
Als ik alles uitgepakt heb.
- Ik zet alles boven.

:37:56
We moeten opnieuw kennismaken.
- Wel zo gepast.


vorige.
volgende.