:27:02
Naar buiten met hem.
Ik wil binnen geen honden hebben.
:27:05
Maar hij is zo lief.
:27:09
Bel het asiel.
Zij zullen hem laten inslapen.
:27:11
Denk je niet dat we wat kaas en
toastjes moeten hebben?
:27:14
Ze zijn er al over 15 minuten.
:27:16
Ja, ik weet het.
- Wie komen er?
:27:19
Ma, je zou wat meer kunnen aantrekken hoor.
:27:25
Meer wat? Meer wat?
:27:28
Wat is hier aan de hand?
:27:33
Wat gebeurt er?
:27:35
Ga zitten. Ga zitten, oké?
:27:37
Ga gewoon zitten.
Niet nerveus zijn.
:27:39
Er komt een belangrijk iemand
langs met zijn vrouw.
:27:44
Als ie me mag, gaat ie ervoor zorgen
dat ik aangenomen word op Stanford.
:27:46
Ze komen nu langs?
- Ze zijn er binnen een paar minuten.
:27:49
Het huis is een bende en Bob bloedt.
:27:54
Je kan niet verwachten dat ik alles laat
vallen en deze vreemdelingen ga vermaken.
:27:57
Wat laten vallen?
Wat was je aan het doen?
:28:01
Dit is mijn laatste kans om aangenomen
te worden op Stanford.
:28:05
Weet ik, schatje, en ik heb geen goede dag.
:28:09
Ik moet naar de universiteit.
- Waarom?
:28:11
Want dat doe je na de middelbare school.
:28:14
Doe me dit alsjeblieft niet aan.
Verpest het alsjeblieft niet voor me.
:28:18
Elke keer als ik je nodig heb,
gedraag je je als een complete dwaas.
:28:37
Het spijt me.
:28:39
Dus nu ben ik een slechte moeder.
:28:41
Dat ben je niet.
Trek alsjeblieft wat kleding aan.
:28:44
Ik heb veel opgeofferd voor jou.
Ik heb Damian opgeofferd voor jou.
:28:49
Je tennisleraar.
:28:51
Hij was mooi en Servisch!
:28:53
Toen je vader wegging, was ik
bijna met hem getrouwd.
:28:55
En als ik het had gedaan, zouden we nu in
een appartement wonen en aten we goed.