:04:53
wat ben je in godsnaam met me aan het doen?
:04:58
wat ben je aan het doen?
:05:01
godverdomme! waar ben ik?een boot.
:05:03
een vissers boot.je lag in het water.
:05:06
we haalde je er uit.welk water?
:05:09
je was neergeschoten.kijk? hier zijn de kogels.
:05:11
Ohh. kijk.een nummer van een bank.
:05:16
waarom zat het in je heup?
:05:18
mijn heup?waarom zat het in je heup?
:05:20
ja. in je heuponder je huid.
Uh. Oh, God!
:05:24
je moed rusten.wacht. a.u.b. rustig aan.
:05:28
ik ben een vriend.ik ben jou vriend. Huh?
:05:33
mijn naam is Giancarlo.wie ben jij?
:05:38
wat is je naam?wat is je naam?
:05:41
Uh,ik weet het niet.
:05:46
- Oh, God.
vorige.