:02:03
- Dag, zuster Prejean.- Hoe gaat het, Billie Jean ?
:02:19
Zuster Helen is weer te laat.
:02:21
Ik heb een briefje van m'n moeder.Wil je een schrift ?
:02:26
Kun je morgen om zeven uurop de vergadering komen ?
:02:32
- Nieuwe dichtbundels.- Je gedicht is helemaal gevlekt.
:02:36
Weer een brief van hem.
:02:39
- Wie ?- Die man in de dodencel.
:02:44
Schrijf hemom hem 'n beetje op te beuren.
:02:47
Ja, ik kom zo bij je.
:02:51
- Wat een vlekken.- Het is nog leesbaar.
:02:59
Er staat een vrouw in het donkerze heeft armen om je te omhelzen
:03:05
maar je kunt ze niet voelentot je haar gezicht ziet
:03:10
je staat daar en wacht op het lichtaan het eind van de weg
:03:15
- Dat is prachtig, Idella.- Dank je.
:03:25
M'n advocaat is weggelopen.
:03:28
Ik heb hulp nodig,maar een vriendelijk woord is ook goed.
:03:33
Het is hier zo stil.
:03:35
Ze kunnen geen advocaat betalenvoor hun beroep.
:03:38
Er bellen vaak ter dood veroordeeldendie een advocaat willen.
:03:43
- Die gratis werken.- Ja, ze staan bepaald niet in de rij.
vorige.